Gouden Bocht
1664 - heden
Op stand
Nadat rond 1662 de oude stadswal van 1586 was afgegraven, de gracht rechtgetrokken en de grond bouwrijp was gemaakt, konden vanaf 1664 de percelen tussen de Reguliersdwarsstraat en de Herengracht bebouwd gaan worden.
Speciaal dit stuk ten zuiden van de Reguliersdwarsstraat was bedoeld voor de Amsterdamse financiële (en dus ook politieke) elite, die hier deftig wilden gaan wonen. Toen hier eenmaal de grootste huizen van de rijkste mensen verrezen, kreeg dit stuk, vanwege de knik, al gauw de bijnaam Gouden Bocht.
Schilderij van de Gouden Bocht
door Gerrit Adriaensz Berckheyde, 1685
Gouden Bocht
Strikt genomen heeft alleen het gedeelte van de Herengracht tussen Koningsplein en Vijzelstraat deze naam, maar ook voorbij de Vijzelstraat in oostelijke richting werden vergelijkbare deftige huizen gebouwd.
Tegenwoordig nog bevindt zich bijvoorbeeld op nummer 502 de ambtswoning van de burgemeester en was op nummer 514 het kantoor van Plassania Beheer BV van wijlen horecamagnaat
Sjoerd Kooistra, die iets verderop ook nog tijdlang een statige woning had.
Regulering
Om verpaupering en vervuiling van dit gebied te voorkomen werd in 1663 in een speciale verordering bepaald dat de percelen niet dieper mochten worden bebouwd dan 100 voet (28 meter) en tuinhuizen niet dieper dan 15 voet (4,25 meter) en niet hoger dan 12 voet (3,40 meter) mochten zijn. Bovendien werd het verboden om hier overlast veroorzakende industrie te vestigen of ambachten uit te oefenen zoals die van "smeden, steenhouwers, steenkopers, kuipers en anderen het aambeeld gebruikende".
De percelen waren standaard 26 voet (7,40 meter) breed, maar de welgestelden kochten meestal twee stukken naast elkaar, zodat ze er grote en ruime huizen op konden bouwen van zo'n 15 meter breed. Met een prijs die kon oplopen tot 8000 gulden, bevonden zich aan de Gouden Bocht de duurste percelen van de gehele grachtengordel. Deze percelen liepen bovendien vanaf de Herengracht helemaal door totaan de achterliggende Reguliersdwarsstraat.
Koetshuizen
Daardoor was achter de huizen niet alleen ruimte voor grote tuinen, maar ook voor koetshuizen die "achterom" via de Reguliersdwarsstraat bereikbaar waren. Van begin af aan, maar tenminste vanaf de 18e eeuw hadden vrijwel alle huizen aan de Gouden Bocht zulke stallen en/of koetshuizen. Alleen de nummers 491 en 501 hadden dit niet.
Grachtentuin van restaurant-bar Lion Noir
(foto: Instagram.com/lionnoir)
Eén geheel
Later zijn veel van deze diepe percelen tussen Herengracht en Reguliersdwarsstraat gesplitst, maar de panden Reguliersdwarsstraat 26 t/m 40 (met uitzondering van nr.
36) en Herengracht 461 t/m 483 vormen, samen met tussengelegen tuinen, nog steeds één kadastraal geheel. Dit grote terrein is tegenwoordig eigendom van het
Gouden Bocht Complex, dat de gebouwen aan banken en restaurants verhuurt.
Als gevolg van de veranderende sociaal-economische omstandigheden werden veel van de grote grachtenhuizen aan het eind van de 19e eeuw omgebouwd tot representatieve kantoorruimtes voor banken en andere financiële instellingen. Ook de koetshuizen kregen andere bestemmingen: eerst als stallingen en garages voor allerhande kleinere ondernemingen en tegenwoordig veelal als restaurant.
Werelderfgoed
De Amsterdamse grachtengordel staat sinds augustus 2010 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Dit omdat de Amsterdamse grachtengordel wereldwijd uniek is als stedenbouwkundig en architectonisch kunstwerk en als de fysieke uitdrukking van de grote bloei van Amsterdam in de Gouden Eeuw.
Door deze benoeming heeft alle bebouwing rondom de Heren-, Keizers- en Prinsengracht, waaronder de Gouden Bocht en driekwart van de Reguliersdwarsstraat, een beschermde status gekregen.
Links
- Wikipedia-artikel:
Gouden Bocht
- Het boek:
www.degoudenbocht.nl
- Gouden Bocht Complex:
www.gouden-bocht.nl
- Digitaal Grachtenboek:
www.hetgrachtenhuis.nl
- Grachtengordel Amsterdam:
Werelderfgoed
Literatuur
- Hans Tulleners,
De Gouden Bocht, 21 monumenten aan de Amsterdamse Herengracht, Amsterdam 1989.
- Martin Pruijs en Milko den Leeuw (red.),
De Gouden Bocht van Amsterdam, Amsterdam 2006.