Koetshuizen
17e - 18e eeuw
Ten behoeve van de grote huizen aan de
Gouden Bocht waren aan de zuidkant van de Reguliersdwarsstraat talrijke koetshuizen gebouwd. Tussen deze koetshuizen en de grachtenpanden waren fraaie stijltuinen aangelegd, waarin diverse
restaurants tegenwoordig een terras hebben.
Grachtentuin van restaurant-bar Lion Noir
(foto: Lion Noir)
Functie
De vroegere koetshuizen zijn tegenwoordig nog direct herkenbaar aan de grote dubbele deuren, waardoor koetsen en paarden naar binnen konden. Meestal werden ze gescheiden van elkaar gestald om te voorkomen dat de paarden de koetsen zouden bevuilen. Op de bovenverdieping was vaak woonruimte voor koetsiers en ander personeel en/of opslagruimte voor hooi en stro.
Als gevolgd van de bouwverordening uit 1663 werden de koetshuizen aan de Reguliersdwarsstraat lage, brede, maar ondiepe gebouwen met een dwarsdak parallel aan de straatkant. Vergeleken bij de smalle en hoge gebouwen overal elders in de binnenstad, gaven deze koetshuizen de Reguliersdwarsstraat een bijna dorpse aanblik. In de 18e eeuw werden meerdere van deze oorspronkelijke kleine koetshuizen door grotere en hogere gebouwen vervangen.
Voorbeelden
In de Reguliersdwarsstraat staan tegenwoordig nog 19 van zulke koetshuizen. Een mooi voorbeeld daarvan is het pand met de twee rondbogige dubbele deuren op nummer
36, waarin tegenwoordig gaycafé
Soho is gevestigd. Ook de nummers
28 en
42, waarin nu restaurant-bar Lion Noir, resp. club
NYX zijn gevestigd, zijn voorbeelden van voormalige koetshuizen.
Nieuwe functies
Door de economische crisis als gevolg van de Franse bezetting en de oorlogen rond 1800 kon de Amsterdamse elite zich de vroegere luxe vaak niet meer permitteren. Zij moesten afstand doen van personeel en materieel en daarbij werden dan ook hun koetshuizen verhuurd of verkocht aan particulieren. Deze panden waren met hun grote deuren bijzonder geschikt voor kleine zelfstandigen die gebruik maakten van paard en wagen: transporteurs, expediteurs en (tussen)handelaren:
Koetshuizen in gebruik als bedrijfsruimtes (1936)
Deze panden werden in 1943 verwoest
(foto: Stadsarchief Amsterdam)
Autogarages
In de Reguliersdwarsstraat kwamen in 1886 ook de kantoren van rijtuigenbouwer
Spijker, die zijn fabriek in de Kerkstraat had. De broers Spijker waren in 1880 begonnen met het bouwen van rijtuigen, bouwden van 1897-1898 de Gouden Koets en begonnen vanaf dat jaar ook met de fabricage van luxe automobielen (deze onder de naam Spyker). De fabriek werd in 1926 gesloten, maar in 1997 weer opgericht.
Toen in de 20e eeuw de paarden en wagens geleidelijk werden vervangen door automobielen, konden de paardenstallen eenvoudig worden veranderd in garages voor het parkeren en repareren van auto's. Een goed voorbeeld hiervan is het pand op nummer
106, waar sinds 1872 de meubeltransporteurs "Gebroeders Paris" gevestigd waren, dat in de jaren '50 de Rembrandt Garage was en later de parkeergarage voor de achterliggende Artesia Bank aan de Herengracht was:
De voormalige Rembrandt Garage in 2007
Ook vandaag de dag zijn er in de Reguliersdwarsstraat nog relatief veel stallingen, niet meer voor paarden en koetsen, maar voor de gemotoriseerde paardekrachten van automobielen. Wel zijn de meeste van deze parkeergarages nog altijd bedoeld voor het achterliggende grootkapitaal aan de grachten: nummer
16 is de garage van de luxe kantoren van het
Gouden Bocht Complex aan de Herengracht, nummer
75 de garage van de Fortis Bank aan de Singel en nummer
106 de garage van de Artesia Bank, eveneens aan de Herengracht.
Restaurants
De voormalige koetshuizen aan de zuidkant van de straat zouden vanaf de jaren '80 van de 20e eeuw ideaal blijken om chique restaurants in te vestigen. Met hun brede gevels bieden ze een goede inkijk en dito uitzicht en de achterliggende tuinen van de grachtenpanden aan de Herengracht maken het mogelijk om 's zomers in alle rust buiten te dineren, zoals eens slechts aan de zeer kleine kring van de welgestelde Amsterdamse elite was voorbehouden.
Grachtentuin van restaurant-bar Lion Noir
(foto: Lion Noir)
Artikelen
- Charlotte Goede,
Paarden op stand. Drie eeuwen lang telde Amsterdam honderden koetshuizen, in: Ons Amsterdam, jrg. 62 (2010), juni, pag. 224-229.